dinsdag 4 mei 2010

De opdracht

Opdrachtformulering Module T2KO

Inleiding op de opdracht

In de buurt van je (stage)school is een interessante kinder(animatie)film te zien, die je geschikt vind voor een cultureel-kunstzinnige activiteit voor de kinderen uit je klas (doelgroep). Je wilt van de gelegenheid gebruik maken om 2 vakdisciplines (vakken) aan de orde te stellen en daarvoor ga je met een aantal collega's (3 mede-studenten) een lespakket ontwerpen. Het lespakket zal bestaan uit een drietal onderdelen; een theorieles vooraf, een kijkwijzer ter plaatse en een praktijkdeel nadien, aansluitend op de gekozen cultureel-kunstzinnige activiteit.

Opdrachten

1. Inhoudelijk onderzoek naar een cultureel kunstzinnige activiteit
Inventariseer welke cultureel kunstzinnige activiteiten je kunt ondernemen in de buurt van je (stage)school en maak een selectie op basis van jouw doelgroep (midden/bovenbouw). Kies hieruit een cultureel kunstzinnige activiteit aan de hand waarvan je 2 vakdisciplines kunt behandelen en verzamel inhoudelijke informatie over de tentoonstelling/voorstelling.
Zoek vervolgens informatie over de maker(s) of het genre en plaats dit in de context van de tijd. Onderzoek de keuzes van de makers ten aanzien van de karakters, decors, kostuums, muziek, belichting, cameravoering, montage etcetera. om het verhaal over te brengen. Met welk doel is de film gemaakt en welke visie of boodschap ligt er aan ten grondslag?
Werk alle relevante informatie om de film te kunnen begrijpen in eigen woorden uit tot een aantal overzichtelijke docentenstencils met ondersteunend beeldmateriaal. Zorg daarbij voor een correcte vermelding van geraadpleegde bronnen; citaten, literatuur, beeldmateriaal, web-sites etc. Dit onderzoek dient als leidraad voor het volgende onderdeel van de opdracht.

2. Lespakket bestaande uit 3 delen
Op basis van je onderzoek naar de geselecteerde cultureel kunstzinnige activiteit ontwerp je een lespakket bestaande uit 3 onderdelen; Theorieles, Kijkwijzer en Praktijkdeel. Noteer van tevoren de doelstellingen die je wilt bereiken en zorg ervoor dat je lessen aansluiten op de cultureel kunstzinnige activiteit die je met de leerlingen gaat ondernemen.
Ontwikkel afwisselend doe- en kijkopdrachten, waardoor de leerlingen actief kennis vergaren. Zorg voor een heldere opbouw en structuur en een passende lay-out en vormgeving van de lesmiddelen (powerpoints en stencils).

a. Theorieles
Bedenk een wervende inleiding gericht op de leerlingen (midden/bovenbouw), waardoor zij gemotiveerd en geïnspireerd raken. Maak gebruik van digitale middelen om je inleidende les te ondersteunen met gericht tekst-, beeld- en videomateriaal aan de hand waarvan je vragen stelt.
Richt je theorie hoofdzakelijk op de vormgeving van de inhoud (het verhaal) a.h.v. de beeldaspecten m.b.t. de karakters, decors, kostuums, muziek, belichting, cameravoering, montage etcetera.

b. Kijkwijzer
Ontwerp een aansprekende kijkwijzer voor de cultureel kunstzinnige activiteit, die dicht aansluit op de inhoud van de inleidende theorieles en zich richt op 2 vakdisciplines. Zorg ervoor dat leerlingen zelfstandig, in tweetallen of groepjes de opdrachten kunnen uitvoeren.
Richt je vragen hoofdzakelijk op de vormgeving van de inhoud en niet op (de beleving van) de toeschouwer. Controleer of de antwoorden die je verwacht, verkregen kunnen worden door de gestelde (deel)vragen.

c. Praktijkdeel
Bedenk een praktijkdeel waarbij de leerlingen de opgedane kennis en ervaring kunnen toepassen in een aantal werkstukken of oefeningen. Dit kan een lessenserie zijn, waarbij 2 vakdisciplines op elkaar aansluiten. Houd de opdrachten klein. Zet materialen en technieken in, die aansluiten op de inhoud van de ondernomen cultureel kunstzinnige activiteit.
Zorg ervoor dat elke opdracht uitgaat van een beeldend probleem, zodat de leerling op zoek moet gaan naar een beeldende oplossing en daarmee clichés doorbreekt.

3. Verslaglegging in een digitaal voortgangsdocument
Om het groepsproces inzichtelijk te houden, zet je een web-log op, waarop ieder zijn motivatie, PVA (taakverdeling), competentiebeschrijvingen en bijdrage aan het lespakket kan plaatsen. Het is de bedoeling dat je het proces levend houdt en dat je (kritisch) reageert op elkaars bijdragen.
Zorg ervoor dat er een duidelijke samenhang ontstaat tussen de verschillende onderdelen. Aan het eind plaatsen jullie een groepsevaluatie van het project, waarbij jullie terugblikken op de samenwerking en de opdracht. Daarnaast plaatsen jullie een individuele reflectie op de inhoud, dus wat je hebt geleerd of bereikt en wat je een volgende keer anders zou aanpakken.

4. Presentatie van 15 minuten aan de klas
Informeer je medestudenten over het gekozen onderwerp, de cultureel kunstzinnige activiteit en lespakket aan de hand van je web-log. Ieder groepslid dient een actieve rol in de presentatie te krijgen, waarbij de nadruk ligt op de inhoud van het ontwikkelde lespakket (onderdeel 2).

Toetsing

De groepsopdracht bestaat uit 4 uit te werken onderdelen, die afzonderlijk becijferd worden:
1. Schriftelijk onderzoek naar een cultureel kunstzinnige activiteit (40% eindcijfer)
2. Lespakket bestaande uit 3 onderdelen (40% eindcijfer)
3. Verslaglegging in een digitaal voortgangsdocument (20% eindcijfer)
4. Presentatie van 15 minuten aan de klas

Geen opmerkingen:

Een reactie posten